Orrefors

De glasblazerijen van Orrefors werden in 1898 gesticht op de plek van een oudere ijzerfabriek. Tot 1913 produceerde het bedrijf voornamelijk vensterglas en flessen. Toen Consul Johan Ekman de fabriek in 1913 kocht, begon Orrefors met het produceren van drinkglazen, vazen ​​en andere huishoudelijke artikelen. Ekman huurde de broers Eugen en Knut Bergkvist in, die eerder bij Kosta Boda hadden gewerkt, evenals Fritz Blomqvist en Heinrich Wollman. Wollman is afkomstig uit Bohemen, dat een lange traditie had in het maken van glas. De eerste pogingen om kunstglas te maken waren in de stijl van de destijds beroemde Franse glasfabriek zoals Daum en Gallé. 

Een soortgelijke techniek werd bedacht in 1936 die lucht opsloeg binnen de wanden van het glas. Dit stond bekend als Ariel, een naam van een personage in Shakespeare’s toneelstuk The Tempest. Een grote invloed voor hen was het Art Nouveau-werk van de Franse kunstenaar Émile Gallé. Hun ontwerpen hadden karakteristieke strakke lijnen van glinsterend kristal die een bevroren vloeistof suggereren. Hun werk werd enorm bewonderd toen het aan een breed publiek werd getoond op de Wereldexpo in Parijse in 1925.

Naast individuele objecten in  kristal maakte het bedrijf kristallen glaswerk Orrefors werd een toonaangevende producent tijdens het interbellum. 

In recentere tijden is de fabriek ook bekend geworden om zijn kroonluchters.  De originele glasblazerij sloot in 2012 en trok in bij de glasblazerij van Kosta Boda waar ze tot op de dag van vandaag veel van de oudere ontwerpen nog steeds produceren